Hoe China de Amerikaanse markt van virtuele assistenten zomaar kan overrompelen

Meer en meer bedrijven komen de laatste tijd af met een spraakassistent of een slimme speaker. Vooral in Amerika zijn deze gadgets in populariteit aan het stijgen waarbij Amazon en Google het grootste aandeel in hebben. Maar wanneer men over de Verenigde Staten praat, is die andere grootmacht, China, nooit ver weg.

Voorlopig is de Chinese markt nog niet in de ban van spraakassistenten. Google heeft hier nog geen grip met zijn Google Assistent en Amazon of Cortana hebben nog te weinig macht en invloed om zich hier te vestigen. Maar daar kan weldra verandering in komen. Zo is Xiaomi, de steeds meer populair wordende smartphone, begonnen met het bouwen van hun eigen AI. Deze spraakassistent heeft praktisch gezien bijna dezelfde functies als Amazon Alexa of Google Assistant, het verschil ligt hier bij de focus op de Chinese markt.

Zo hebben ze een naadloze integratie met één van de bekendste apps in China, Wechat, en natuurlijk ook hun eigen Xiaomi producten. Op die manier willen ze een gelijkaardig netwerk uitbouwen zoals Google doet met zijn Google producten.

De virtuele assistent werd als eerste aangekondigd bij de lancering van hun spraakassistent de Mi AI en is ondertussen ook al geïntegreerd in hun nieuwste smartphone, de Mi Mix 2S. Gebruikers van de assistent die buiten China reizen zullen weinig nut hebben aan de spraakassistent aangezien deze zijn voornaamste functies dan verliest. Gebruikers kunnen dan wel weer makkelijk overschakelen naar Google Assistant.

Xiaomi wilt dus niet direct concurreren met Google Assistant en Amazon Alexa maar wilt de lege ruimte voor spraakassistenten invullen in China. Ze gaan dus eerder met ‘lokale’ concurrenten zoals de Tmall Genie en de nog niet gelanceerde ‘emotionele AI’ van Huawei de race aangaan.

Huawei voorzitter, Eric Xu, zei onlangs op een event dat ze Artificial Intelligence zo breed mogelijk willen gebruiken. Zo zijn ze al begonnen met het implementeren van een slimme spraakassistent in hun nieuwste smartphone, de Huawei P20 Pro. Ze hadden in 2013 al een spraakassistent gelanceerd en willen nu een stap verder gaan en emotionele AI gebruiken om dichter bij de gebruiker te staan. Met de spraakassistent willen ze zo lang mogelijke conversaties met de gebruikers houden zodat deze zich niet alleen zouden voelen.  Dit gaat de virtuele assistent doen door jouw emoties waar te nemen en op basis hiervan zijn zinstructuren en zelfs intonatie aan te passen. Het is dus de bedoeling dat de spraakassistent een soort van metgezel wordt.

De spraakassistent moet dus niet enkel een hoog IQ hebben maar ook een hoog EQ (Emotioneel Quotiënt). Maar dit is complexer dan men denkt. Het gaat hier niet enkel over hoe slim de AI is maar ook over hoe emotioneel-gericht de ontwikkelaars hiervan zijn. Volgens MIT media lab’s Joichi Ito zijn ontwikkelaars te verdrongen in de ICT-wereld en zijn ze minder gericht op de emotionele wereld van mensen in het dagelijks leven. Het is dus een challenge om de AI zo ethisch, verantwoordelijk en emotioneel te maken. Ook op vlak van cultuur is dit niet te onderschatten. De Aziatische markt heeft andere normen en waarden dan de Amerikaanse of Europese markt waardoor emoties anders worden geuit of begrepen.

Het gaat met andere woorden nog even duren voordat deze assistent voldoende is getraind om zich aan te passen aan elk deel van de wereld.